Sietze de Vries, oerdegelijk creatief improviserend in barokstijl, maar ook in laatromantisch idioom, staat samen met de mannengroep van het uitnemende Roder Jongenskoor borg voor een indrukwekkende luthers-reformatorische nagalm van het Calvijnjaar met de vertolking van de Geneefse Psalmen 10, 34, 37, 51 en 75. Luthers-reformatorisch, omdat de uitgevoerde vormgeving toch meer naar de muziek makende Luther knipoogt dan naar de melodie-strakke Calvijn.
Er is uitdrukkelijk gekozen voor een vers-voor-versafwisseling tussen orgel en zang, waarbij het orgelspel een zelfstandige vertolking wil zijn van de niet gezongen versinhoud. Volledige vertolking van de psalm moge naar Calvijn zijn; die verzelfstandigde orgelfunctie is toch echt luthers. Ook de zogeheten ”chant” –de onberijmde Psalm 10 wordt zingend gedeclameerd op enkele akkoorden– is bepaald niet de formule van de calvinistische gemeente. Wel een bijzonder mooie uitdrukkingswijs, gevrijwaard van opvuldiscussiestof die aan berijming eigen is!
Het boekje is fraai samengesteld met de weergave van de gezongen verzen, de dispositie van het gerestaureerde orgel, de registraties, de toelichting op de relatie tekst en improvisaties, de levensloop van Sietze en foto’s. Helaas ontbreken een presentatie van het koor en de vermelding van de koraalzettingen.
Woordspelend zou ik alle man van Katwijks stam willen influisteren om –terugkerend van hun jaarlijkse mannenzangdag– ook een stondeke stillekens aan de deur van deze Haagse lutherse te luisteren. De mannen van JSB-records hebben ons én programmatisch én opnametechnisch én uitgavekundig een gouden kleinood Davids ter ore gebracht.
Geneefse Psalmen II – Bätzorgel evang.-luth. kerk Den Haag, Sietze de Vries, m.m.v. Mannengroep Roder Jongenskoor; JSB-records (JSBR010119); € 15,-.
Piet den Uil, Reformatorisch Dagblad, 10-2-2010