Als je in de protestantse kerken in Nederland om je heen kijkt, kun je vaststellen dat de Geneefse psalmen in tal van gemeenten de laatste decennia veel terrein verloren hebben. In grote delen van wat nu de Protestantse Kerk heet, hebben de psalmen het eerder al moeten afleggen tegen de gezangen uit het Liedboek voor de kerken en daarvoor de Hervormde Bundel van 1938. Niet zelden is de verhouding op de liturgieborden één psalm op vijf of zes gezangen.
In de kerken van de Gereformeerde Bond staan de psalmen er beter op, maar hebben ze stevige concurrentie van bijvoorbeeld gezangen uit de bundel Op Toonhoogte, met inmiddels 568 liederen, waarvan 75 psalmen. Op Toonhoogte is voortgekomen uit de HGJB-bundel, van de toenmalige hervormd-gereformeerde jongerenorganisatie.
In de kleinere gereformeerde kerken hebben de psalmen het zwaar te verduren van nog veel meer liedbundels, zoals Opwekking en Hemelhoog naast het Gereformeerd Kerkboek en nieuwe Liedboek, met een oneindige variëteit aan liederen. Al die bundels kennen overigens de nodige overlap. In andere bijeenkomsten dan kerkdiensten komen psalmen er vaak niet meer aan te pas.
Eyeopener
Als je dit overziet, zou je denken dat de dagen van de psalmen zijn geteld. Daar gaat de suggestie van uit dat de positie van de Geneefse psalmen in vorige eeuwen onomstreden was, maar dat is bepaald niet het geval. Voor wie dat allemaal niet zo paraat heeft, is het hoofdstuk ‘Het Geneefse Psalter in Nederland’ in het boek Mijn stem zal niet meer zwijgen een eyeopener.
Aanleiding voor dit boek is de brochure die de Protestantse Kerk in december 2020 uitbracht onder de titel Als het leven kantelt – psalmen in coronatijd. Daarin wordt een aantal psalmen ingedeeld rond het thema Vader – Zoon – Geest. Dit inspireerde JSB Records om iets met deze psalmselectie te doen. Alleen dan niet een normale cd-productie, maar iets wat zowel het oor als het oog en het hart kan raken. Dat mondde uit in een prachtige uitgave met de tekst van negen heel uiteenlopende psalmen, toegelicht en besproken door negen theologen, van hersteld hervormd (Alfred van de Weg) tot rooms-katholiek (Antoine Bodar). Twee psalmen zijn in het Gronings afgedrukt. Dat zijn parels in de bundel. Als je die op je in laat werken, kun je je voorstellen dat wie vanouds met een streektaal is opgevoed, in die taal als geen ander zijn of haar geloof kan beleven; veel meer dan in het Nederlands, dat dan al gauw voelt als hooghaarlemmerdijks.
Henk Helmantel
Het boek is verlucht met prachtige en sfeervolle landschapsfoto’s, een aantal orgel(detail)-foto’s en op de omslag een afbeelding van een schilderij van de Groningse schilder Henk Helmantel. Helpt dit om de psalmen weer dichter bij het grote publiek te brengen? Wie de eeuwen sinds de verschijning van het Geneefse psalmboek in 1562 langs gaat, kan enige hoop koesteren. Het begon met een psalmberijming op initiatief van Johannes Calvijn, eerst predikant in Straatsburg en later in Genève. Sinds de voltooiing ervan in 1562 is deze berijming, in verschillende taalkleden en uiteenlopende muzieknotaties, vier eeuwen lang het belangrijkste repertoire geweest van calvinistisch protestants Nederland. Maar niet alleen daar, het heeft mondiale verspreiding gekregen. Musicoloog Jan Luth beschrijft in kort bestek de belangrijkste fasen die het psalmboek heeft doorgemaakt.
In de loop van de tijd is er over zowel de melodieën als de berijmingen van de psalmen veel te doen geweest. Ongeveer twee eeuwen is de berijming van Petrus Datheen (1566) gebruikt. Deze was aanvankelijk populair omdat die de taal van het volk sprak en werd verbonden met Calvijn. Maar een eeuw later kwam er steeds meer kritiek op de stopwoorden, verkeerde accenten en ouderwetse taal. Dat inspireerde tot het maken van nieuwe berijmingen. Maar omdat de overheid geen belang had bij een nationale synode, kregen die geen kans op invoering.
Pas in 1762 gaven de Staten-Generaal (!) toestemming voor het ontwikkelen van een nieuwe berijming. Paradoxaal is dat die berijming – ingevoerd in 1773 – sterk het stempel van de Verlichting draagt (God als het opperwezen, begrippen als deugd, plicht en onsterfelijkheid), terwijl die toch in bevindelijke kringen gekoesterd en met hand en tand verdedigd wordt.
Toegankelijkheid
Ironisch genoeg verscheen ‘de nieuwe berijming’ in een tijd waarin de psalmen steeds meer als te beperkt werden gezien. De roep om uitbreiding van het aantal gezangen werd al luider. De Geneefse melodieën waren voor velen ook al geen groot genoegen: veel te moeilijk.
Niet voor niets is het psalmboek in de loop van de tijd heel ‘dun’ geworden, met een top tien van psalmen als 25, 32, 42 en 68. En het is veelzeggend dat in veel huizen de bundel van Johannes de Heer in de twintigste eeuw ingang vond: de bundel Opwekking avant la lettre. Toegankelijke en eigentijdse teksten en melodieën – daar is niet voor het eerst in deze tijd veel vraag naar.
Kwaliteit
Merkwaardig genoeg zijn heel veel Opwekkingsliederen qua melodie helemaal niet toegankelijk, en maken ze de wonderlijkste bewegingen. Talloze zijn alleen met band en solozangers uit te voeren. Tegelijk heeft het orgelspel in veel kerken niet bijgedragen aan het behoud van de populariteit van de psalmen.
Een organist als Sietze de Vries maakt er met zijn improvisaties juist een groot feest van, getuige de bij het boek gevoegde cd. Maar die kwaliteit halen veel van zijn collega’s niet; net zomin als heel wat bands trouwens. De uitgave van JSB Records is in ieder geval een uitnodiging om het met de psalmen en het orgel nog weer eens te proberen. Als je goed proeft, smaakt het naar meer.
Frans Tijssen Juni 2021 ND