Sietze de Vries vanuit Haarlem

Ook Sietze de Vries is toe aan Psalmen deel 4, dit keer vanuit de oude Bavo te Haarlem met haar majestueuze Müllerorgel. Net als bij deel 3 worden de koralen niet gezongen, alleen orgel dus. En wát voor een orgel!

Er is bij deze uitgave veel aandacht besteedt aan de afwisseling in diverse stijlen. Ter opening horen we drie korte en feestelijke variaties over Psalm 99, waarin de “Sietze-sound” direct herkenbaar is. Ook de Bazuin 32’ staat haar mannetje en de toon van deze kwaliteits-cd is direct gezet!

Mede omdat het in 2020 dertig jaar geleden is dat de voormalige kerkorganist van de Bavo, Klaas Bolt is overleden speelt Sietze als eerbetoon een Hommage aan Klaas Bolt met 11 variaties over Psalm 56. In veel van deze variaties zijn de vormen van de bekende en uitgegeven Variaties over Psalm 43 te herkennen. Het is een bijzondere prestatie om te horen hoe Sietze als het ware in de huid van Klaas Bolt is gekropen en de ene na de andere variatie ten gehore brengt. Naast de Cornetsolo horen we o.a. de kwintcanon en de Basse de Trompette. Zelfs de klokken (Haarlemse Damiaatjes) ontbreken niet!

Van geheel ander kaliber is Psalm 102, uitgewerkt als een Danse Macabre: Dodendans. In het zeer fraaie en informatieve booklet worden hierover interessante dingen geschreven. In Psalm 102 staan de eenzaamheid, verlatenheid en eindigheid centraal tegenover Gods macht en trouw. Bij het typisch Phrygische karakter van de melodie worden soms de grenzen van de tonaliteit opgezocht. De in totaal negen delen vergen doorgaans flink wat meer concentratie dan de Hommage aan Klaas Bolt, maar het is beslist interessant om ook met deze stijl kennis te maken. De vele klankkleuren van het orgel worden hier volledig uitgebuit en de akoestiek doet de rest!

Ook Jan Jongepier, oud-docent van Sietze, wordt postuum herdacht met een uitgebreide improvisatie in vrije vorm over Psalm 40. Net als Jongepier vaak deed, wordt ook hier regel voor regel “uitgebeend”. Dit is een zeer creatief proces waarbij het ene idee steeds uit het andere voortkomt. Het is een kwartier vol boeiende klankkleuren!

Psalm 37 krijgt juist wel een vormvaste driedelige uitvoering: Ostinato, Chaconne en Fuga. In elk deel worden twee psalmregels verwerkt. In de Fuga zijn de nodige kwart- en kwintakkoorden aanwezig, zodat deze stijl enigszins verwant is met de Neobarok. Ook de registratie is hierop aangepast met gebruikmaking van de prestanten en mixturen. De herintonatie van Flentrop in de jaren negentig werpt (vooral) hier zijn vruchten af!

Tot slot een “bijna frivole Toccata” over Psalm 147 als een soort toegift. Volgens het booklet moet dit gezien worden als “het licht verteerbare dessert na de zwaardere gerechten in het midden van het programma”. Na lang te hebben getwijfeld besloot Sietze toch om met deze “uitsmijter” af te sluiten. En inderdaad, het Bavo-orgel komt hier (opnieuw) helemaal uit de verf!

Zoals we inmiddels gewend zijn van JSB-records is er weer veel aandacht voor de Grahpic design (Studio Vincenti) en naast goed orgelspelen kan Sietze ook goed toelichtingen schrijven en fotograferen! De opname is mooi ruimtelijk, al lijkt de Bazuin 32’ soms wat uit balans te klinken. Al met al dus zeker weer een succesvolle productie, die zijn weg in Orgel- en Psalmenminnend Nederland (en daarbuiten) wel zal weten te vinden!

Arjan den Ouden, Kerk & Muziek nr.5 sept./okt. 2020