Opnieuw verscheen er een fraaie opname van het jubilerende label JSB-records, dat hiermee zijn 15-jarig bestaan viert. Sietze de Vries speelt hierin de hoofdrol, maar ook zijn vrouw Sonja met haar Roden Girl Choristers, een slagwerker en een blokfluitist leveren een muzikale bijdrage. Sietze levert met 2 goed gevulde schijfjes (dat was bij eerdere dubbel-cd’s wel eens anders…) vanuit DE Martinikerk een mooi en afwisselend visitekaartje af van ‘zijn’ orgels waarvan hij sinds 2017 één van de vaste bespelers is.
De eerste cd opent met een 3-tal bewerkingen van Bach, waarbij het majestueuze ‘Wir danken Dir’ uit de Ratswahlcantate zorgt voor een feestelijk begin. Het verstilde ‘Jesu meine Freude’ klinkt zeer overtuigend op de wonderschone Roerfluit van het Rugwerk, met de CF in het pedaal. Het hierop volgende reusachtige zesstemmige Ricercar uit ‘Das Musikalisches Opfer’ vraagt meer concentratie, zowel van speler als van luisteraar, maar laat het Bachorgel bij uitstek schitteren met een stralend plenum!
Met de muziek van Anton van der Horst heeft Sietze al lange tijd een ‘klik’ en dat bewijst de hier gespeelde Partite diverse sopra over Psalm 8. De wat meer hedendaagse klanken met gebruikmaking van de ‘Modus Conjunctus’ zal voor sommigen misschien even wennen zijn, maar de variaties zijn de moeite van het beluisteren zeker waard, waarbij de bijna mystieke ‘Air’ het meest toegankelijke deel is. Wat een prachtige registratie trouwens: de melodie met de Vox Humana en de begeleiding met de ‘belegen’ prestanten en de grommende Prestant 32’ in het pedaal!
Ter afwisseling worden er 6 renaissancedansen van ‘oudvader Michael Praetorius’ gespeeld waarbij de toevoeging van een slagwerker deze ‘Suite de Danses’ een bijzonder feestelijk karakter geeft. Erg creatief en effectief!
Uiteraard mogen improvisaties van Sietze niet ontbreken en met deze ‘Orgelprobe Hamburg’ is daarvoor royaal tijd ingeruimd: een half uur! In het verzorgde en lezenswaardige booklet beschrijft Sietze hoe er vroeger bij sollicitaties voor een organistenpost heel veel aandacht was voor het improviseren, veel meer dan voor het literatuurspel. Na een zeer degelijke Praeludium und Fuge volgt het koraal ‘Wer nur den lieben Gott lässt walten’, waarna in maar liefst 10 variaties allerlei variatietechnieken en registraties langskomen. De laatste variatie is een Postludium und Chaconne, geheel volgens de voorschriften van Johann Mattheson. Petje af voor deze werkelijk sublieme ‘Orgelprobe De Vries’!
De tweede cd is opgenomen rond het Koororgel van Le Picard (1742), dat met zijn Frans- Barokke karakter en bescheiden omvang (12 stemmen) groots klinkt, mede door de goede akoestiek in het koor. Ook hier een afwisseling van literatuur en improvisaties, waarbij Sietze ook een uitstekend begeleider blijkt van zowel vocale als instrumentale muziek. Met de Roden Girl Choristers van echtgenote Sonja wordt er teruggegrepen op één van de oudste vormen van orgelgebruik: het alternerend improviseren op een Gregoriaans gezang. Deze hymne wordt heden ten dage nog gezongen als Psalm 141.
Eran Wajsenblum levert op de blokfluit een welluidende en aanzienlijke bijdrage met muziek van Bach en Jacob van Eyck. Triosonate 5 in C wordt hier uitgevoerd als versie in F waarbij de rechterhandpartij op blokfluit wordt vertolkt. Deze versie werd onlangs ook gespeeld op de LOSD in Utrecht door Gerard en Johanneke de Wit en de aanwezigen zullen zich nog wel herinneren dat dit een virtuoos spektakel was, zo ook hier!
Ook het oorspronkelijk voor klavecimbel geschreven Italiaanse Concerto is een feestelijke muzikale verrassing, waarbij het prachtige lyrische middendeel op de blokfluit wordt gespeeld. Bij Psalm 33 van Jacob van Eyck wordt er ook teruggegrepen op de alternatimpraktijk, wat zorgt voor een boeiende afwisseling tussen orgel en blokfuit. Sietze begint en besluit deze cd met een improvisatie over Psalm 149: eerst een Prélude in Frans-klassieke stijl waarin er toch verrassend veel mogelijkheden blijken te zijn op dit bescheiden koororgel, en tot besluit een meer hedendaagse versie, met als titel Cantate Domino!
Het zal duidelijk zijn dat we hier (opnieuw) te maken hebben met een topproductie waarbij alles lijkt te kloppen: de ruimte, de orgels, de registraties (zijn na te gaan via www.jsbrecords.nl) het booklet, de opname en natuurlijk de uitvoerenden. Warm aanbevolen!
Arjan den Ouden, Kerk & Muziek januari 2019